Westland Schaakt

De site voor alle schaakactiviteiten in het Westland

In de eerste van de HSB-competitie stond gelijk de kraker tegen regerend kampioen DSC op het programma. Waar we vorig jaar in Delft nog nipt verloren, boekten we nu in het Westland een ruime overwinning: 5,5 - 2,5.

Menno's tegenstander offerde een stuk na 12 zetten in de jacht op zijn koning. Menno wist correct te verdedigen en daarmee was het een storm in een glas water. Binnen 27 zetten was de vis op het droge.

Marnix speelde met wit op bord 4 tegen Erik Both. Hij had het geluk dat hij een systeempje tegen kreeg wat niet zoveel gespeeld wordt, maar waar hij toevallig zaterdag nog naar had gekeken ter voorbereiding op de KNSB-wedstrijd. Hij speelde echter te snel in de opening waardoor hij een zet van zijn tegenstander overzag. Zwart had hierdoor een pion kunnen winnen, maar, ondanks dat Marnix dit helemaal gemist had, zag het er erg gevaarlijk uit voor zwart, omdat wit dan een gevaarlijk initiatief kon krijgen. Zwart durfde het niet aan waardoor er een vrij dynamische stelling op het bord kwam. Vanwege de goede stand op de andere borden bood Marnix remise aan wat werd aangenomen.

Hoewel Paul met wit in de opening gelijk een dubbelpion kreeg, kwam hij toch goed te staan. Na het omspelen van een paard, kon hij alle stukken op de zwarte koning richten. Hij offerde een stuk, die hij gelijk weer terug kreeg. Hierdoor was de zwarte koningsstelling wel open. De aanval van wit was zo sterk, dat zwart ook nog een kwaliteit gaf. Hij kreeg daardoor wel weer wat rommelkansen, maar daardoor vergat hij even zijn koning veilig te houden. Paul zag gelijk zijn kans en zette zwart mat.

Manfred speelde op bord 3 met zwart netjes remise tegen Wim Kortis.

Henk had wit aan 6 tegen Ted Barendse, een duel tussen voorzitters en oude bekenden. De partij bleef lang rustig en in balans. Na een kleine 30 zetten bood Henk remise aan, wat Ted weigerde gelet op het verloop van de wedstrijd.  Zwart verscherpte de strijd met kansen voor beide partijen. Hij rukte op met de koningsvleugel en Henk begon aan een koningsmars. Objectief stond het nog steeds gelijk, maar toen de zwarte koning terug week naar de onderste rij, kon de witte collega binnendringen en dat gaf uiteindelijk de doorslag. Saillant detail: beiden zagen een mat in 3 voor wit over het hoofd, waarvoor de zwarte koning juist van de onderste rij verdreven moest worden om door de nietige b-pion matgezet te worden. Maar ook zo kon het punt ons niet ontgaan, al kostte het meer zetten.

Timon speelde met zwart op bord 5 tegen Lars Visser. Nadat de dames in de opening geruild waren, ontstond er een interessant eindspel, wat iets beter leek voor wit. Na een onnauwkeurige zet van zwart kon Timon echter de h-lijn openen, waardoor wits pionnenstructuur werd geruïneerd en hij met zijn toren kon binnenkomen. Hij verzuimde het echter af te maken en er werd afgewikkeld naar een eindspel, waarin wit het loperpaar had, maar zwart een veel betere pionnenstructuur. Wit ruilde daarom zijn loper tegen het paard, waardoor een eindspel met ongelijke lopers overbleef en remise werd overeengekomen.

Op bord 1 werden de dames ook al vroeg geruild. Michiel kwam met zwart steeds beter te staan. Hij miste een pionwinst en gaf daarna met 2 slechte zetten achter elkaar alles weg. Wit speelde het paard-tegen-lopereindspel vervolgens netjes uit.

Jan-Willem kwam met wit op bord 2 tegen Gert Legemaat heel goed uit de opening. Vanaf zet 17 raakte wit het spoor bijster en na een zet of 25 stond het gelijk. In opkomende tijdnood offerde wit sterk een kwaliteit. Vooral praktisch was het erg moeilijk te verdedigen. Gert vlocht nog wat eeuwig schaak mechanismen in de stelling, maar wit liet zich de kaas niet meer van het brood eten.